‘Mijn job? Mensen gelukkig maken!’
DE LENTE liet dit jaar op zich wachten maar sinds enkele weken galmt het Edelweissdeuntje van Pitz ijs weer door de Stekense straten. Op de eerste zonnige zaterdag van mei mogen we mee met de ijskar.
Koen Ferket wacht me al op in de loods achteraan de zaak. ‘Natuurlijk waren we onze afspraak niet vergeten. Iedereen heeft zich hier een week mentaal op voorbereid’, lacht de patron van Pitz ijs. Terwijl de eerste wagen vertrekt krijg ik een blik in de ijskar. Wie denkt dat dit enkel ‘een camionette met een frigo’ is moet dringend zijn mening herzien. ‘Uiteraard een frigo voor het roomijs maar ook een koeling voor aardbeien, chocoladesaus en slagroom die ter plaatse gemaakt wordt. Noem het gerust een hightech voertuig met eigen wifi, smartphone, tablet, flatscreen en camera.’ Niet aanwezig: een tweede zitplaats naast de chauffeur.
Bloopers
‘Voor alle duidelijkheid: die camera filmt enkel in de wagen, niet de mensen buiten. Die dient ook niet om mijn mensen acht uur in de gaten te houden, wel om mogelijke problemen, accidentjes in de wagen of discussies te kunnen uitklaren. In dat geval geven de chauffeurs een seintje en bekijken we de beelden. Aan het eind van het seizoen maken we een montage van de bloopers, het zal ook dit jaar weer proper zijn’, lacht Koen.
Tibo
Koen had alles in de wagen reeds gevuld en ik mag mee met Tibo Baetens, een fijne mens om twee uur lang tussen de bediening door mee te praten. ‘Dit is mijn derde zomercampagne, in de winterperiode werk ik in het atelier van Pitz. Sinds vorig jaar heb ik deze tour. Er zijn in totaal zes wagens op de baan, ruim genomen van Sinaai tot Kieldrecht en alle dorpen daar tussenin. We hebben allemaal een vaste rit, aangevuld door een aantal flexijobbers die kunnen overnemen’, vertelt Tibo.
Edelweiss, Edelweiss….
Onze rit blijft in Stekene, meteen na het vertrek galmt de Edelweiss al door de speaker. Is dat geen oorwurm die de hele dag nazindert? ‘Ik hoor het bijna niet meer, enkel na het seizoen durf het ’s avonds of ’s nachts wel eens door mijn hoofd spoken.’ Lang duurt het deuntje niet want minder dan 100 meter na het vertrek hebben we al beet in de ambachtelijke zone.
‘Een potje of een hoorntje?’
Die vraag zal ik vanmiddag nog vaker horen, net als de opsomming van de aanwezige smaken. ‘Het is een uitgebreid gamma maar vanille blijft de topper’, zegt Tibo. ‘Daarvan heb ik gewoonlijk drie of vier dozen mee, voor de andere smaken is één meestal voldoende. Daarmee kom ik meestal toe en hoef ik niet meer binnen te rijden om bij te vullen. We vertrekken om 13 uur en rijden tot ongeveer 22 uur, daarna de wagen nog opkuisen, een pintje met de collega’s en zo is het makkelijk 23 uur vooraleer ik klaar ben.’
Hoffelijkheid loont
Doorlopend traag rijden, het is niet echt evident. ‘Maar het went wel. Het grootste nadeel is dat het dan in de zomer heel warm kan worden in de camionette zonder airco. Dan ben ik blij al eens een stukje te kunnen doorrijden voor een zuchtje wind.’ Tibo is een zeer attent man achter het stuur. ‘Er is natuurlijk de bezorgdheid over de veiligheid van onze klanten, in het bijzonder de kindjes die vaak enthousiast van en naar de ijskar lopen. Ik probeer me altijd op te stellen waar ik het minst mogelijk hinder veroorzaak. En tracht hoffelijk te zijn tegenover fietsers en voetgangers. Dat loont soms, want dan kopen ze graag een ijsje.’
Verbouwing
Korte tijd later rijden we heen en terug door de Nieuwstraat en worden we tegengehouden. ‘Een foto voor de Gazet van Stekene? Oei meneer, wij zijn aan het verbouwen en ik sta hier in mijn vuile kleren. Ik wil mijn foto wel in jullie krant maar alleen als ik er proper uitzie. Maar voor een ijsje stoppen we wel even met werken’, zegt de sympathieke mevrouw. ‘Vrijwel alle klanten zijn heel vriendelijk’, weet Tibo. ‘Een goed ijsje lust iedereen. Da’s mijn job: mensen gelukkig maken’.
De Vlasaard
Na een tijdje opent Tibo met zijn badge de slagboom van camping De Vlasaard. Tibo kent blindelings zijn weg door de wirwar van straatjes. Hij kent zijn vaste klanten en die ijsliefhebbers kennen hem duidelijk ook. Tot zelfs een hond die heel goed weet dat er in deze kar een lekker koekje te vangen is. ‘Het is hier nog relatief stil maar in de zomermaanden staat het hier aardig vol en ben ik gemakkelijk twee tot drie uur bezig op de camping.’ Ondanks het flauwe zonnetje komt toch een man in bloot behaard bovenlijf een ijsje halen. ‘In de zomer zijn het hier vaak bikini’s’ lacht Tibo.
Bolders
We worden weggeroepen om voor een nagerechtje te zorgen op een feestje van de bolders in de Polken. ‘Iedereen mag bestellen wat hij wil’, zegt de organisator van het feest. Nadat vrijwel alle mogelijke ijscombinaties door het raampje gegeven zijn komt de man betalen met de bankkaart. ‘Dankzij de wifi in de wagen gaat dat enorm snel. Vroeger durfde het 4G netwerk wel eens voor problemen zorgen maar die zijn nu van de baan.’ Het valt op dat heel veel mensen elektronisch betalen. ‘Tijdens corona vrijwel iedereen, maar nu toch weer iets minder’, verrast Tibo.
Pistache
Na het tussendoortje bij de bolders rijden we terug naar de camping om daar de resterende straten af te werken. Stilaan tijd om mijn weinig comfortabele keukenstoel te verlaten maar het was de moeite. Met dank aan Koen en Tibo maar niet zonder een ijsje. Voor mij een hoorntje met pistache en kokosnoot. Mijn vrouw Marianne die me kwam oppikken kiest voor een coupe aardbeien. Lekker!