VERHALEN liggen voor het oprapen in Stekene of in dit geval net over de grens aan de Tragel in de Nederlandse Koewacht. Toen ik er onlangs fietste zag ik een treurig gebouwtje in vervallen toestand midden in de weilanden. Ik dacht dat het een voormalig douanekantoor betrof maar helemaal zeker was ik niet…
Gelukkig zijn er nog zekerheden in het leven en daarom contacteerde ik Guy De Brant van de Heemkundige Kring d’Euzie Stekene. Guy meende dat het om een weegbrughuisje ging. We sloegen beide de bal mis. Karel Martinet uit de Nederlandse Heikant bracht helderheid: het gebouw was het voormalig kantoor van de Coöperatie Vlasroterij St. Andries en de Vlasfabriek. ‘Hier werd vlas geroot en gezwingeld,’ vertelt Karel. ‘Voorzitter van het bestuur was Lode Martinet, tevens voorzitter van de Vlassersbond van St Jansteen en voorzitter van de Zeeuws Vlaamse Vlassersbond. Mijn oom René Martinet was de directeur en stond in voor de dagelijkse leiding. Het was na de oorlog het grootste coöperatieve vlasbedrijf van West Europa met een twintigtal medewerkers.’
Het eigenlijke vlasbedrijf stond aan de overkant van de weg. ‘Waarom het kantoor nu net aan de overkant van de weg gebouwd werd weet ik ook niet. Mogelijk is het idee om dit te bouwen, net voor of zelfs tijdens de tweede wereldoorlog, pas later gekomen en bleek het een goede locatie daarvoor. Je moet bedenken dat de leden van de coöperatie in het algemeen kleinere vlassers waren, die hadden zelf geen kantoor. Vandaar dat het niet te veel mocht kosten. Er bestaat inderdaad heel wat verwarring over de functie van het gebouw. Velen denken dat het een weegbrughuisje was maar dat stond aan de andere kant van de weg en is al lang verdwenen. Aan de gevel hangt nog een kleine elektrische telefoonhoorn. Daarmee gaf mijn oom signalen als hij iemand nodig had op kantoor.’
Cultobject
‘In mijn jeugd in de jaren vijftig zat er nog een fulltime boekhouder op het kantoor. Later, toen de omzet terugliep, deed mijn oom de administratie zelf. In feite was het kleine kantoortje dus het home van twee mensen. Maar dat paste allemaal net en er brandde een oliekacheltje. Nog iets: aan de muur hingen twee reproducties van schilderijen. Eentje van een vlasbedrijf in St Jansteen en eentje van een vlasbedrijf in de buurt van Kortrijk, het toenmalige vlascentrum van de wereld. Die beide reproducties hangen nu bij mij in de kookstudio!’
Als kind kwam Karel Martinet vaak op de Coöperatieve en ook in het kantoortje. ‘Ons vlas werd daar geroot en gezwingeld. Mijn ouders hadden een paar aandelen, ik heb die aandelen nog in bezit gehad. Op het laatst is de coöperatie verkocht aan een andere vlasser, Dobbelaar van St Jansteen. Toen heb ik die aandelen verkocht voor een paar tientjes.’
Cultureel erfgoed
Hoe moet het verder met het gebouwtje? ‘Onder amateurfotografen is het oude vervallen kantoortje een cultobject geworden. Zij fotograferen graag verval. Het zou niet verkeerd zijn mocht er bordje worden geplaatst met daarop info over de functie van dit gebouwtje en het grote coöperatieve vlasbedrijf dat daar meer dan een halve eeuw heeft gestaan. Als het gebouwtje om een of andere reden niet afgebroken wordt, zou het ook geconserveerd kunnen worden en behouden als cultureel erfgoed. Zo groot is het nu ook weer niet. Want zoals het nu gaat blijft er van het gebouwd historisch erfgoed van de vlassector in onze regio helemaal niets over. Dat zal helaas ook wel zo zijn aan de Belgische kant van de grens,’ besluit Karel Martinet.
Quote: ‘Zoals het nu gaat blijft er van het gebouwd historisch erfgoed van de vlassector in onze regio helaas helemaal niets over.’
Karel Martinet