Die lieflijke, zachte ouders van nu… Zijn ze goed bezig of kweken ze allemaal rotbedorven volwassenen die nergens tegen kunnen? Laat me eerlijk zijn, ik weet het zelf ook niet. Ik heb geen glazen bol en zit zelf nog midden in het opvoedingsproces. Waar ik wel mijn voordeel mee doe, is ‘verbindend opvoeden’, voor mezelf ook onbekend tot ik het boek ‘Opgroeien in vertrouwen’ van Justine Mol ontdekte, een eyeopener.
Bij ruzies tussen mijn kinderen ging ik dikwijls zelf door het lint. Ik werd er kierewiet van, hoorndol maar vooral ook heel moe. Bij elke ruzie ging ik steevast op onderzoek uit: ‘Wie heeft wat gedaan? Wie heeft wie pijn gedaan? Wie is er begonnen? Waarom?’ Wanneer het onderzoek was afgerond, moest er ‘sorry’ gezegd worden, al dan niet onder lichte dwang. Probleem opgelost, dacht ik. Vaak bleef één van mijn jongens nukkig broeden op wraak om een uur of zelfs een dag later toe te slaan. Wéér ruzie!
Van onderzoeksrechter naar bemiddelaar
Na het lezen van ‘Opgroeien in vertrouwen’ begon ik ruzies schoorvoetend anders te benaderen, anders op te lossen. Mijn innerlijke onderzoeksrechter schoof ik aan de kant, enter de bemiddelaar. Wanneer een kind negatief gedrag vertoont, word dan niet boos of ga niet straffen. Probeer het gedrag van het kind te benoemen, erken wat zij voelen en/of doormaken, en vertel daarna welk gedrag je wil zien. Constructief en rustig.
Een mooie beloning
Maandenlang heb ik deze techniek toegepast bij ruzies en gedoe. Het lukte niet altijd, maar dikwijls wel. Ik verdiepte me steeds meer in de theorie, zocht extra hulp en ontdekte van dezelfde auteur een tweede boek ‘De giraf en de jakhals in mezelf’. Hierdoor leerde ik mezelf steeds beter kennen. Toch bleven de ruzies komen, de twijfel sloeg toe. Ik hoopte op meer rust in huis als positieve bijwerking van verbindend opvoeden.
Op een zonnige zondag wachtte me een mooie beloning, onverwacht en onvoorspelbaar. Mijn kleinste spruit, 7 jaar, kwam dolenthousiast binnengestormd. ‘Mama, mama, er was ruzie tussen broer en de buren. Ze riepen en wilden schoppen. Maar ik heb me gemoeid, heb naar iedereen geluisterd zoals jij, en nu is de ruzie weg. Goed, hé!’
Mijn klein ventje dat mijn gedrag zo mooi had overgenomen, was voor mij het schoonste bewijs dat die verbindende opvoeding werkt. Toch wat het oplossen van kinderruzies betreft.
Over de rest van het opvoeden vertel ik een andere keer wel…