AMSTERDAM Centraal, Antwerpen Centraal, Brussel Zuid, Paris Nord en alles daartussen was tussen 1995 en 2017 het werkterrein van Roger Heylen. Zelfs vijf jaar na zijn pensioen is de passie voor de job nog voelbaar en hang je aan zijn lippen.
‘Ik behaalde mijn diploma A3 elektriciteit en solliciteerde in 1973 voor de job van treinbestuurder bij de NMBS. In de middelbare school was ik niet de beste student maar nu moest er echt gestudeerd worden. Drie jaar aan een stuk telkens drie weken afwisselend theorie en praktijk. Tot ik uiteindelijk in 1976 mijn eerste dienst alleen reed. Toen werd je opgeleid voor 1 type locomotief, in mijn geval het type 59.’
Elektrisch
‘Aanvankelijk reed ik met de diesellocomotief zowel goederen- als reizigerstreinen. Reizigers richting Mol en Hasselt, goederen richting Montzen en Aken. In 1980 kwam ik in Antwerpen Centraal terecht en stapte ik over naar elektrische locomotieven. Midden de jaren 90 werd de TGV vanuit Parijs doorgetrokken richting Brussel en in november 1995 zochten ze kandidaten binnen de NMBS. Er waren 25 kandidaten voor 20 plaatsen maar ik was bij de gelukkigen.’
Dag en nacht studeren
‘Als je dacht dat het gewone examen van de NMBS een zware dobber was: dit was nog andere koek. Dag en nacht heb ik moeten studeren. De opleiding begon in januari 1996, inclusief de testen in de simulator die onwaarschijnlijk levensecht is. Op 2 juni 1996 zat ik voor het eerst echt in de stuurpost van de Thalys. Die opleiding was vooral gebaseerd op de signalisatie van de hogesnelheidslijnen. De Fransen waren de pioniers van de TGV en in België namen ze de Franse signalisatie over. Maar de Nederlanders vonden dat ze het warm water opnieuw moesten uitvinden en creëerden een eigen systeem.’
Stopmerkbord
‘De seinen op de gewone lijnen betekenen overal iets anders. Bij groen mag je in België op volle snelheid rijden, in Frankrijk moet je afremmen tot 160 km/u en in Nederland mag je maximum 40 en zo gaat dat voor alle kleurencombinaties. Op de hogesnelheidslijnen staan er geen seinen meer, daar krijg je alle informatie in de cabine. Daar staan wel die typische gele driehoeken, daar hebben ze een speciaal woord voor moeten bedenken: een stopmerkbord. Bedoeling is dat je aan zo’n bord stopt in plaats van aan een sein. Waarom ze dat dan niet op de gewone treinen doen? Tot 160 kilometer per uur kan je nog buiten kijken. Hou er ook rekening mee dat een Thalys bij 300 kilometer per uur ongeveer drie kilometer nodig heeft om tot stilstand te komen.’
Meester
‘Ik ben ruim 40 jaar machinist geweest en ik ben geen vier dagen tegen mijn goesting gaan werken.’ Het woord machinist doet denken aan de tijd dat er nog kolen moesten worden opgeschept. ‘Misschien wel, maar het wordt toch nog gebruikt, samen met treinbestuurder. In Nederland noemen ze ons zelfs meester. Vooral die laatste jaren waren echt boeiend, ook al moesten we elke drie jaar opnieuw examens afleggen. Telkens weer op en neer rijden tussen Amsterdam en Parijs. Maximum negen uur, dus moesten we vaak overnachten. Altijd alleen in de stuurpost en als ik dan toch eens met een collega meereed drukte ik automatisch ook elke 30 seconden met de voet op de dodemansknop. Maar na vijf jaar pensioen is dat voorbij’, lacht Roger.
Quote: ‘Ik ben geen vier dagen tegen mijn goesting gaan werken.’