Hoe zou het nog zijn met (ex)-Stekenaar Sander Cordeel? Op zijn 34ste al vijf jaar op wielerpensioen maar meteen de stap gezet naar een eigen zaak. Sander ontvangt me graag door één van de meest indrukwekkende voordeuren voor een heel open gesprek over zijn verleden en toekomst.
‘Ik ben al een tijdje geen Stekenaar meer. Na een nomadenbestaan van vijf jaar woon ik nu in Kortrijk. Voordien volgde ik mijn Franse vriendin Thelma op haar stages naar Troyes, Reims en heel even Charleroi. Daarna was het pendelen tussen Gent en Frankrijk. Voordien zeven jaar profwielrenner geweest. Het was een vrij evidente keuze om prof te worden, het is een droom van iedere jonge wielrenner om dat ooit te bereiken en ik heb die droom mogen beleven. De plaatsen zijn enorm duur maar als de kans er is moet je durven springen.’
Wat was je mooiste zege?
‘Waarschijnlijk het Belgisch kampioenschap tijdrijden bij de elite zonder contract. Op dat ogenblik had ik reeds een tweetal maanden contacten met Lotto en meteen na dat kampioenschap heb ik dan ook getekend. Ik had al een mondeling akkoord maar misschien twijfelden ze toch nog en heeft die Belgische titel hen echt over de streep getrokken. Het heeft allemaal wat langer geduurd dan bij sommige andere sporters. Ik wilde eerst absoluut mijn studies afmaken en dat heeft wat vertraging in de carrière veroorzaakt. Ik ben industrieel ingenieur bouwkunde, maar vandaag doe ik daar niets mee.’
Frankrijk
‘Ik heb enorm veel goede herinneringen overgehouden aan dat profbestaan. Ik kickte op de verdere koersen zoals de ronde van Peking, Turkije, Canada. Het reizen en het ontdekken van alle zaken eromheen boeiden mij. Maar er waren ook slechte ervaringen. Het is een harde wereld. Ik herinner me de valpartij van Stig Broeckx die ik voor mijn ogen zag gebeuren, het verlies van Michael Goolaerts. Dat doet je wel stilstaan bij het beroep, bij iedere start weet je dat er erge dingen kunnen gebeuren. Mijn grootste valpartij was in de ronde van de Elzas. Ik was op mijn hoofd gevallen en werd wakker in de ambulance. Aan de taal te horen dacht ik dat ik in Frankrijk was maar voor de rest weet ik daar niks meer van. De eerste reflex was ook om te proberen armen en benen te bewegen.’
Knecht
‘Ik heb het gevoel dat ik niet alles uit mijn loopbaan gehaald heb. Als ik het opnieuw kon doen zou ik het anders aanpakken maar vooraan de twintig denk je minder na. Ik was niet hard genoeg, ik was niet genoeg een smeerlap en dat heb je wel nodig. Ik heb nagelaten mezelf te promoten en heb me te makkelijk in een knechtenrol laten duwen. Ik heb koersen voor mensen gereden die ik achteraf gezien zelf had kunnen winnen. Ik was gewoon te weinig egoïstisch.’
Koers je nog?
‘Het is de bedoeling om nog zeker een jaar bij de elite zonder contract te koersen. Niet uit frustratie maar omdat ik competitief ben.’ Zien ze die ex-profs graag komen bij de EZC? ‘Die opmerkingen zijn van alle tijden maar het antwoord is heel logisch. Als die jonge gasten het niet kunnen waarmaken tegen een oudere ex-prof zullen ze het ook niet halen in het profpeloton.’
Vitori
Vandaag maakt Sander deel uit van Vitori, het klinkt als scheef Spaans of Italiaans maar dat is het niet. ‘Vitori is een sportmedisch centrum met verschillende zelfstandigen. We hebben dokters, kiné, osteopaten, ik maak trainingsschema’s. Vooral om jonge sporters te sturen en het organiseren van inspanningstesten. Dit zowel voor recreanten als professionele sporters. Die brede waaier aan publiek zorgt voor de nodige afwisseling. Ze komen van overal, alle maten en gewichten die met een fiets rijden.’
Wout Van Aert
‘In het centrum komen veel profs over de vloer en het is altijd leuk om die terug te zien. In de koerswereld maak je ieder jaar nieuwe vrienden maar dat vervaagt ook heel snel. Ik heb met mannen de kamer gedeeld en die hoor je dan nadien helemaal niet meer. Buiten het wielrennen is dat kamerdelen ondenkbaar maar dat heeft ook zijn charmes. Ik was drie jaar ploegmaat van Wout Van Aert en ik heb vaak met hem de kamer gedeeld. Dat zijn dingen die bijblijven omdat Wout nu één van de allerbesten ter wereld is. Wij hebben samen in een uitgeleefd hotelletje zonder airco in de Ardennen gezeten en nu is hij een vedette geworden.’
Kan je je voorstellen dat eind vorige eeuw nog zonder helm werd gekoerst?
‘Ik kan gewoon niet vertrekken zonder helm! Toen ik net begon te koersen trainde ik in de winter met een muts in plaats van een helm. Dat kan ik mij nu niet meer voorstellen. Toen voelden de profs zich te goed om een helm te dragen. Ik ben voorstander om ook op een gewone fiets zoals in Australië een helmplicht in te voeren. Thelma werkt op de urgentie en die ziet iedere dag van die hoofdwonden die vermeden hadden kunnen worden door een helm te dragen. Had ik tijdens de ronde van de Elzas die helm niet gedragen dan zat ik hier nu niet meer’, is de slotzin van Sander.