Eerst was er vrede. Mijn ouders leerden elkaar kennen, trouwden en vier jaar later was het oorlog. Gelukkig overleefden ze het, anders was ik er niet geweest. Al van kleins af aan vertelde mijn vader me over de oorlog. Nog niet in détail, wel al over bommen die vielen en over mensen die in grote kampen gevangen werden gehouden.
Op een dag hoorde ik op de radio het woord ‘oorlog’ in verband met de Koningskwestie. Ik vroeg aan mijn vader wat dat betekende. Hij antwoordde dat er een burgeroorlog kon uitbreken indien Koning Leopold III niet bereid zou zijn om af te treden. Opnieuw oorlog? Daar schrok ik erg van. Het verschil tussen oorlog en burgeroorlog begreep ik nog niet.
Toen ik iets ouder was bleef ik er nog steeds vragen over stellen. Ik zat inmiddels in het derde leerjaar en kon al goed lezen, beter dan rekenen. Op een keer trok mijn vader met mij naar de bibliotheek in de hoop waarschijnlijk dat ik hem op de duur wat meer gerust zou laten. Ik ontdekte er ontelbare kinderboeken met spannende oorlogsverhalen en alle verschilden ze. Het merendeel kwam uit Nederland. Die gingen vaak over de Jappenkampen waarin vrouwen en kinderen, ook van mijn leeftijd – ik was toen bijna negen jaar – die gruwel ondergingen. Velen lieten er het leven. De mannen werden in aparte werkkampen ondergebracht waar ook de meesten door uitputting en ziekte dood gingen. Ik las over de talrijke Nederlandse kolonisten in Indonesië die rijk leefden en plantages beheerden als koningen totdat ze door de Jappen werden opgejaagd. De ambtenaren in dienst van de staat werden eveneens gedwongen hun comfortabele leventje achter zich te laten. Ze sloegen dikwijls slechts op het nippertje met vrouw en kind op de vlucht, want ze mochten hun post niet zomaar in de steek laten. Sommigen liepen op slippers en kleine kinderen op de duur zelfs blootvoets.
Hier in Vlaanderen vluchtten veel mensen richting Frankrijk toen de Duitsers binnenvielen. Daarover vertelt menig Vlaamse schrijver. Uit alle verhalen die ik las, viel voor mij één zekerheid af te leiden: als burger en zeker als kind diende je voorbereid te zijn! Hoe kon je dat doen? Door ervoor te zorgen dat ten allen tijde stevige sterke stapschoenen klaarstonden! Te veel kinderboeken over de oorlog wezen er voor mij duidelijk op dat slechte schoenen vaak oorzaak waren van veel ellende. Na een lange mars in de hitte lagen de voetjes van de kinderen open en deden zoveel pijn dat ze er niet verder op konden lopen. De ouders raakten uitgeput omdat ze hun kroost moesten dragen en voilà het noodlot, de vijand, haalde hen in.
Het is me altijd bijgebleven: stevige schoenen en je stapt zolang het nodig is, redding en vrijheid tegemoet! Die verhalen liepen uiteindelijk altijd goed af. Dat stelde mij gerust dat het bij mij ook wel zo zou lopen: eerst wat afzien en daarna wéér gelukkig en alles goed! Dank zij stevige schoenen!
De geschiedenis herhaalt zich echter nooit op dezelfde manier. Misschien er toch een rugzakje bijzetten met water en koekjes? Een zaklamp, een radio op batterijen en … en… wat nog Mark Rutte, je zegt het maar!