‘Ik werd heel langzaam wakker, ik wreef mijn ogen uit, ik kon het niet geloven maar voor de vensterruit viel zacht naar beneden de eerste sneeuw.’ De Voice Van Vlaanderen zal Jan De Wilde nooit winnen. Qua stemgeluid verdenk ik deze zanger ervan chronisch geconstipeerd te zijn, maar telkens Jezeke zijn beddeke voor de eerste keer weer uitschudt en de pluimkes laat vliegen word ik overspoeld door een golf van nostalgie. Is het de naïeve tekst waarin kinderlijke verwondering schuilt, Jans ongepolijste stem of de combinatie van de twee? Ik weet gewoon: de eerste sneeuw doet me altijd wat.
De gekristalliseerde dons legt niet alleen een onberispelijk witte laag op alles wat zich buiten bevindt maar is tevens een geluidsdemper bij uitstek. Automatisch schakelt iedereen naar een versnelling lager, de dagelijkse ratrace in slow motion. En, we hebben een acceptabel excuus voor het niet of laattijdig arriveren op een afspraak. Sneeuw verdoezelt de scherpe kantjes, hoeken worden bogen, afgelijnde vormen herleid tot silhouetten, alles vloeit in elkaar over. De mikmak van natuurelementen, wegen met voertuigen, huizen en voorwerpen wordt een wit geheel. Jammer genoeg van korte duur want inderdaad daar staat hij al te trappelen: de mens. Gewapend met allerlei schep- en ruiminstrumenten en voorzien van enkele kilo’s zout gaat hij zijn witte vijand te lijf. De missie is pas geslaagd als de omgeving voor een groot deel is gepekeld en ontruimd.
Ik zou voor een keer in het hoofdje willen kruipen van mijn tweejarige kleindochter bij het zien van de eerste sneeuw. De verwondering even puur als de witte deken in de tuin, het ongeduld om dit natuurfenomeen te ontdekken en exploreren: koude smaakloze vlokjes op de tong, het rollen en gooien van een eerste sneeuwbal, knisperende voetstappen die ook nog – kijk eens papa en mama – sporen nalaten, de warme adem als tuffende rooksignalen en de stilte gelijk dopjes in de oren. De apotheose, de heftige reactie van een onderkoelde neus, tenen en vingers bij het opwarmen in de huiskamer, al dan niet aangewakkerd door een kop verse soep of warme chocomelk. Geluk in al zijn eenvoud.
Daarnaast heeft de kleur wit – officieel geen kleur maar licht – een niet te definiëren effect op mensen. Wit is een kapstok waaraan heel wat symboliek wordt opgehangen zoals zuiverheid, eerlijkheid, perfectie en maagdelijkheid. Begrippen die in de huidige tijd af en toe wel eens de wenkbrauwen doen fronsen en die je – in sommige gevallen – niet met een korrel maar een ganse zak strooizout moet nemen. Begrippen die jammer genoeg hun lading – niet als gevolg van een besneeuwd wegdek – wat verloren hebben door de daden en uitspraken van enkele dubieuze en machtsgeile figuren die er koudweg een loopje mee nemen. Deze vaststelling hoeft geen illustratie, vermoed ik. Duik zelf maar in je beeldenarchief, aan keuze geen gebrek.
Voor wie niet helemaal mee is met de actualiteit, spreek niet zomaar over wit poeder – synoniem voor sneeuw – alsof het een of ander goedkoop wasproduct of strooisel is waarmee je je geïrriteerde bilnaden en schurende tenen verzacht. Voor je het weet staat er een onaangekondigde delegatie van de narcoticabrigade aan je deur met twee zilveren armbanden als cadeau. Be ware, Big Brother is everywhere!
Maar alle gekheid op een stokje: af en toe wens ik mezelf een hemel vol wit poeder of vlokken als het me allemaal wat teveel wordt. Genoeg om me helemaal te bedekken en eventjes te verdwijnen. Complete stilte. Zalig!