Een boeiend en rijkgevuld leven: dat is het minste wat je kan vertellen over Kemzekenaar Charles Neyt (92). Op zijn kamer in woonzorgcentrum Zoetenaard wacht Charles me op, het boek met de foto’s over de 50ste huwelijksverjaardag met zijn vrouw Simonne ligt klaar op tafel.
Charles groeide op in de Meersen, er stonden toen nauwelijks drie huizen. ‘Ons gezin telde 7 kinderen: ik had 5 broers en 1 zus, ik was de middelste van de hoop. Mijn ouders waren – voor die tijd – zeker geen kleine boeren, ze hadden een gemengd landbouwbedrijf. Van jongs af meehelpen was vanzelfsprekend. Vader werkte ook op het Steengelaag, zijn job luidde ‘gammer’ in het Stekense dialect (iemand die kleistenen stapelt om te laten drogen).’
Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog en alle verschrikkingen maakten een diepe indruk. ‘Ik herinner me de dag waarop Stekene bevrijd werd door de Polen. Onze boerderij was door de Duitsers opgeëist, ze gingen heel agressief te werk. Ze hadden de wegen geblokkeerd met grote bomen om de opmars van de Polen te stuiten. Maar de Polen kwamen dwars door de velden en akkers heengereden. Er werd hevig gevochten in onze straat en de buurt, 7 Polen en 11 Duitsers lieten het leven. Ik weet nog dat zelfs één van onze koeien een kogel in haar bil kreeg.’
Café Commerce
‘Vanaf mijn 14de bleef ik thuis op de boerderij werken, maar ik verrichte ook elders hand- en spandiensten, ik ben nooit te beroerd geweest om mijn handen vuil te maken. Op mijn 18de moest ik in het leger gedurende 18 maanden, ik was gekazerneerd in Duitsland. In die periode heb ik mijn vrouw leren kennen. Af en toe keerden we nog eens naar België terug en gingen dan op zwier in Sint-Niklaas, in Café Commerce ontmoette ik Simonne, afkomstig uit Belsele.’
‘Simonne werd heel goed ontvangen door mijn ouders, ze moest wel wennen aan de nieuwe omgeving. Uiteindelijk zijn we meer dan 63 jaar samen geweest. We hebben drie zonen Patrick, Luc en Toon die in Spanje woont. Ik heb nog steeds een goede band met hen. Maar ik beleef ook veel plezier aan de 6 kleinkinderen en 11 achterkleinkinderen.’
We bladeren samen door het fotoboek naar aanleiding van de 50ste huwelijksverjaardag. ‘Buren en vrienden bezorgden ons toen een onvergetelijk feest, ze hadden hiervoor geld ingezameld. Na een viering in de kerk trokken we naar restaurant La Pignatta voor een gezellig samenzijn. Dat feest heeft ons enorm veel deugd gedaan, ik kijk nog dikwijls in het fotoboek.’
Verver/magazijnier
‘Na ons huwelijk kochten we een boerderij op de Kwakkel, we hielden er enkele koeien en varkens. Ik ging uitwerken in Sint-Niklaas, eerst een korte periode in de bouw, nadien bij textielbedrijf Verbreyt en later 28 jaar bij textielfabriek Filteint als wever/magazijnier. Een mooie tijd, maar op mijn 57ste kon ik op brugpensioen. De computer deed zijn intrede, dat was er voor mij teveel aan. Ik herinner me de ijskoude winter van 1963, ik reed met de fiets naar het werk in Sint-Niklaas, het vroor 19 graden. Dat waren nog eens tijden.’
Van KWB tot Nobelkoor
Wanneer ik vraag naar zijn betrokkenheid in het gemeenschapsleven, gaat Charles er eens goed voor zitten. ‘Waar moet ik beginnen? De KWB in Kemzeke lag mij altijd nauw aan het hart, ik stond ermee aan de wieg. In de ‘bloeiperiode’ telden we meer dan 100 leden. We gingen met een Driekoningenstoet doorheen het dorp om geld in te zamelen voor goede doelen en we hadden ons jaarlijks Valentijnsbal. Onvergetelijk waren ook de weekends aan zee of in Wallonië.’
‘Daarnaast was ik een actief lid van het Nobelkoor in Kemzeke. Als bas kon ik goed mijn plan trekken, maar solo zingen zat er voor mij niet in. We hebben mooie, drukke tijden gekend, soms tot drie optredens per dag. We zongen bij huwelijken en begrafenissen en ook de zondagsdienst luisterden we op. Nog een anekdote: uit het klooster van Moerbeke hebben een altaar vervoerd met een aanhangwagen naar de Sint-Jacobuskerk in Kemzeke, dat kon nog allemaal.’
Vlegelaars
Op het risico een vereniging of club te vergeten: Charles was lid van het ‘Werk van de Akker’, zat in het bestuur van Wielerclub RODA, was voorzitter van het oudercomité van de jongens Chiro Kemzeke, was ondervoorzitter van de ACV-afdeling in Kemzeke, haalde als bode voor de CM de jaarlijkse bijdragen op, enz. ‘Een speciale vermelding verdient de club van de ‘vlegelaars’. Met een vlegel werd graan uit de halmen gelsagen. Met onze club namen we deel aan wedstrijden in onder meer Moerbeke en Zele.’
‘Om het beeld compleet te maken: ik ben ook actief geweest in de politiek. Ik zetelde zes jaar in de gemeenteraad in Kemzeke voor de partij van burgemeester Bob Verbeke en nadien 4 jaar in de gemeenteraad in de nieuwe fusiegemeente Stekene.’
Helder van geest
‘Toen Simonne met haar gezondheid begon te sukkelen verhuisde ze naar de Zoetenaard, zes maanden later nam ik er ook mijn intrek. Simonne overleed zes jaar geleden, sindsdien heb ik hier mijn kamer op de eerste verdieping met een fraai uitzicht op de Frans Van Brusselstraat. Uiteindelijk ben ik al 11 jaar bewoner van Zoetenaard. Sinds ik door de ziekte van Parkinson werd getroffen gaat het allemaal wat minder makkelijk. Voorheen las ik nog de krant, eerst Het Volk, later Het Nieuwsblad. Niettemin, en dat merk je wel, ik ben nog helder van geest. Af en toe vergeet ik wel eens iets maar dat is normaal als je 92 bent, of niet?’
Quote:
‘Ik herinner me de ijskoude winter van 1963, ik reed met de fiets naar het werk in Sint-Niklaas, het vroor 19 graden. Dat waren nog eens tijden.’
Charles Neyt