Pakweg 10-15 jaar geleden kreeg je een wauw-gevoel als je een ree zag, het was toen nog een zeldzaamheid in Stekene. Inmiddels blijken reeën zich hier goed thuis te voelen op zowat het ganse grondgebied, van de meersen in het zuiden tot de bossen in het noorden.
Toch blijven het fascinerende dieren waar elke wandelaar of fietser even voor stopt om ze gade te slaan. Je kan ze best bij het ochtendgloren of de avondschemering en ’s nachts waarnemen omdat ze dan actief zijn. Overdag liggen ze meestal in de dekking om hun eten te verteren.
Bambi
Hoe herken je een ree? Het zijn vrij kleine dieren van 60-75cm groot, met een vosrode zomervacht en een grijsbruine wintervacht. Gedurende de wintermaanden hebben de reegeiten een witgrijze haarpluk op het achterwerk die lijkt op een staart. Reeën hebben echter, in tegenstelling tot andere hertachtigen, geen staart. Je kan hen ook herkennen aan het geluid dat ze maken, dat lijkt op het geblaf van honden.
De reebokken dragen het grootste deel van het jaar een gewei, dat ze in oktober-november afwerpen en in de wintermaanden terug opbouwen. Gedurende de periode dat het gewei groeit (tot maart), wordt de benige structuur omgeven door een zachte bast. Vanaf eind maart beginnen de bokken – veelal de oudere, sterkere dieren eerst – het gewei van de bast te ontdoen door ermee tegen jonge veerkrachtige bomen te vegen.
Hoge aaibaarheidsfactor
De jongen worden tussen half mei en half juni geboren. Gedurende de eerste maanden hebben ze witte vlekken op de bruine pels zoals we dat kennen uit de tekenfilm Bambi. Reeën vallen ook op met hun grote oren, grote ogen en een vrij spitse snuit met een zwarte neus. Al die kenmerken maken hen sympathieke dieren met een hoge aaibaarheidsfactor. Figuurlijk dan, want reeën zijn heel schuwe dieren die schichtig om zich heen kijkend bij het minste onraad wegsprinten of zich neerleggen in het hoge gras of in het struikgewas om uit het zicht van mogelijke belagers te blijven.
Hun belagers, dat zijn in onze regio in eerste instantie vossen. Ongeveer de helft van de jonge reeën overleeft het eerste jaar niet… ook loslopende honden en het autoverkeer zorgen jaarlijks voor heel wat slachtoffers. Vorig jaar alleen al werden een kleine 40 aangereden reeën opgehaald door brandweer en gemeentediensten. In ideale omstandigheden kan een ree ongeveer 15 jaar oud worden.
Eten en gegeten worden
Hoe komt het dat een ree zich hier zo goed voelt? Dat heeft te maken met de afwisseling van bos en open veld waar Stekene rijk aan is. Een ree voelt zich op vele terreinen goed, vooral als er voldoende voedsel te vinden is, en ze past zich gemakkelijk aan de steeds veranderende leefomstandigheden aan die veroorzaakt worden door de mens.
Een ree eet vooral de knoppen, jonge twijgen en jonge bladeren van de planten die in zijn leefgebied voorkomen. Wie recent nieuw bos geplant heeft zal het wel weten: zonder bescherming van de jonge planten wordt zo’n jong bosje vakkundig opgegeten. En ook landbouwers ondervinden soms schade aan hun jonge gewassen als er reeën hun buikje hebben rond gegeten.
Afschotplan
Wanneer de overlast voor de mens te groot wordt, betekent dit doorgaans ook dat het reeënbestand in een bepaald gebied zo groot is dat ze zelf verzwakken door honger en uitputting. Om die reden wordt volgens een ‘afschotplan’, vastgelegd door het Agentschap Natuur & Bos, aan de jagersverenigingen van Wildbeheerseenheden (WBE) toestemming gegeven om een op voorhand vastgelegd aantal reeën te schieten. Op die manier zorgen jagers ervoor dat de reeën die overblijven gezond kunnen overleven. En zo kunnen de vleeseters onder ons tijdens de kerst- en nieuwjaarsdagen genieten van een feestelijke maaltijd met een lekker stukje reefilet, een reerug of reeragout. Met een groentenkrans en kroketjes graag.