Kristien De Wolf, afkomstig uit Stekene, schitterde op de presentatie van haar nieuwe boek Mooie Jo in de Hotsy Totsy in Gent. Een week later zit ze bij mij in de living en mag ik haar interviewen.
Kristien (53) bracht haar jeugd door in het Riet toen het er nog nauwelijks bebouwd was. Het was er vrij en blij leven in de natuur. Ze volgde de Latijn-Griekse humaniora in het St Lodewijkscollege in Lokeren en ging daarna Rechten studeren in Gent. Er volgde 3 jaar balie. Ze werd uiteindelijk geen advocaat al was haar interesse in mensen wel allesoverheersend. Na vele omzwervingen waaronder 5 jaar als docent aan het Imperial College in Londen, besloot ze dat het genoeg geweest was. Het schrijven begon haar hoe langer hoe meer te passioneren, met als resultaat haar laatste boek Mooie Jo.
Waarover gaat het in dit boek?
‘Jo is een heel knappe jongen die dat zelf ook wel weet. Na een turbulente, bij tijden erg wrange jeugd, beslist hij om in een kloosterorde in te treden waar hij in een dubieuze relatie met een priester verstrengeld geraakt. Net voor zijn eigen wijding treedt Jo alsnog uit en stort zich in het bruisende uitgangsleven van de grote stad. Hij leert er zijn seksualiteit te omarmen en ontmoet Felix met wie hij een tragikomisch leven zal leiden. De priester blijft echter in het leven van Jo rondwaren…’
Wanneer was er die eerste vonk waardoor je besliste: ik ga schrijven over Jo?
‘Lang geleden al. Elke keer dat er over Jo werd gesproken, of dat ik F. zag en genoot van zijn kruidige, burleske verhalen, ging het er wel eens over. Jo is één van mijn favoriete soort personages, ietwat mysterieus, er blijkt met hem iets niet in orde maar je weet niet wat, al heb je wel een vermoeden… En dan was er die fatale schoonheid. Ik wist dat die er voor iets tussen zat dat zijn leven een dramatisch verloop kende. Schoonheid is vaak geen cadeau en staat zeker niet garant voor een gelukkig leven. Kijk de vele beroemdheden er maar op na. Marilyn Monroe, James Dean…Wat hebben ze ervoor gekocht voor hun schoonheid? Uiteindelijk niet veel, hé? Ze zijn gebruikt, ingezet. Het intrigeerde mij ook dat daar zoveel oordeel op zit: je bent mooi, dus je leven zal wel gemakkelijk zijn.’
Dacht je aan een soort biografie of eerder aan een fictief verhaal …?
‘Het ligt altijd in mijn bedoeling om een fictief verhaal te schrijven. Op het ogenblik dat ik mijn pen neerzet, start de fictie. Als ik dat niet mag doen, dan kan ik niet voort.’
Toch is het tamelijk biografisch, al vind jij dat er veel fictie inzit?
‘Absoluut. Het is biografische fictie. Er zitten heel wat personages in die ik uitvond, zoals bv Laurent, die bestaat niet.’
Wat was jouw werkmethode?
‘Ik heb wel 40 à 50 uur met F. (zijn partner) gesproken en die gesprekken ook opgenomen. Die man heeft een fenomenaal geheugen! Daarna heb ik daar nooit meer naar geluisterd. Ik had het niet nodig. Ik liet bovendrijven wat naar boven kwam: verhalen die zich vermengden, figuren die zich samenvoegden en fictieve die erbij kwamen… Wat naar boven komt is de essentie. Als je de ziel ervan bewaart en de juiste dynamiek van iedere scene kunt weergeven, maakt de rest niet meer uit.’
Het boek is opgevat als een samenspel van monologen tussen de verschillende protagonisten in de ik-vorm. Waarom spreekt de pater dan in de wij-vorm?
‘Omwille van de kleur en het majestatisch-hilarische dat dit personage omgeeft. Weet je dat hij de allereerste aanzet tot het boek is geweest? Ik heb ooit een ophefmakend bezoek van hem aan de boerderij van Jo beschreven… die man was puur spektakel. Later, wanneer hij het volledige failliet van zijn ingrijpen in het leven van Jo inziet, spreekt hij in de ik-vorm en valt alle plots alle grandeur van hem weg.’
Het boek speelt in de jaren zeventig?
‘Ja, dat was een memorabele tijd. Ook het zakelijk stuk interesseerde mij, er veranderde veel. Het einde van de jaren zeventig liep over in de jaren tachtig met het begin van de HIV epidemie die een nooit geziene schok heeft teweeggebracht in de homo community.’