IN Siniscoop te Sint-Niklaas speelde al enkele weken de ophefmakende film ‘WIL’, naar de bestseller van Jeroen Olieslagers en die wilden we niet missen. Het uur van aanvang 18u30 kwam ons goed uit, zo zouden we niet te laat terug thuis zijn. Onze zitplaatsen hadden we op voorhand gereserveerd en dus konden we rechtstreeks de zaal betreden. Er waren nog maar weinig bezoekers, maar dat vonden we zeker niet erg, hopelijk garandeerde ons dat een rustige vertoning.
Bij het binnengaan van de zaal leek het alsof Klein Duimpje er was gepasseerd. Op de met voltapijt bedekte treden leidde een wit popcornspoor naar boven. Gaandeweg werd het spoor dikker. Het scheen te lopen tot aan de rij waar wij zouden moeten inschuiven. We moesten hoppen van de ene voet op de andere opdat het kleverige spul niet aan onze schoenenzolen zou blijven plakken.
Aan onze genummerde zitplaatsen gekomen, zagen we dat een ‘leukerd’ er de rest van zijn beker popcorn had uitgegoten, als uit een hoorn des overvloeds, zodat we daar feitelijk niet gewoon konden gaan neerzitten. Over de ganse rij lag de popcorn verder opengetrapt. We veronderstelden dat het spul er al meerdere dagen lag. Noodgedwongen namen we dan maar andere zitplaatsen in. Het licht bleef nog een hele tijd aan waardoor onze blik steeds opnieuw werd geconfronteerd met de ergerlijke witte massa.
Stilaan begon er meer volk te komen. Benieuwd keken we uit naar eventuele reacties maar ze bleven in de lagere regionen alsof ze al wisten wat er verder naar boven de bodem besmeurde. Intussen overschouwde ik de zaal die ik wel mooi vond, maar van een aangename, warme theatersfeer, geen spoor! Het is hier vuil, was mijn algemeen gevoel.
Waren we niet beter knus thuis gebleven met een lekker drankje, vroeg ik mij af? Maar ik vermaande mijzelf: voor die keer dat we ons eens tussen ‘de mensen’ begaven, moesten we er wat voor over hebben!
Het licht ging uit, de film begon. Beklemmend, indrukwekkend! We vergaten de hele popcornzooi en werden volledig opgeslorpt door de dramatische oorlogshistorie. Daar hielden de slimme inrichters waarschijnlijk rekening mee: als het licht uitgaat valt het vuil immers niet meer op.
Toen we later huiswaarts keerden, maakte ik even een bedenking: als bed-wantsen die Parijs en Antwerpen al volop teisteren, in een provinciestad een bioscoop in het vizier zouden krijgen waar popcorn en ander lekkers als manna over de grond uitgestrooid ligt, staat ons dan niet de volgende keer na een spannende film, ook nog flinke jeuk te wachten? Sensatie verzekerd!