HET GENOOTSCHAP VAN BOUDELO organiseerde op 28 oktober een degustatie van trappisten en abdijbieren. Van abdijbier tot Westvleteren. Geen Stekense bieren dus, maar wel een evenement waarvan je als Stekense bierliefhebber het water (?) van in de mond krijgt.
‘Life is short, try a Trappist’, verscheen al meteen op het scherm. Bierkenner Harry Van Royen gidste de talrijke aanwezigen door de wereld van de trappisten. Naast de 10 beoordeelde bieren was er heel veel aandacht voor de kloosters, de monniken en vooral hun brouwsels.
Hout of karton?
Iedereen kreeg een proefformulier met daarop de verschillende criteria. Schuimkraag, kleur, helderheid, geur, smaak, mondgevoel en nasmaak zijn blijkbaar de zeven aandachtspunten. Elke rubriek kreeg daar een aantal eigenschappen mee. Zo was er voor de kleur bijvoorbeeld blond, amber tot zeer donkerbruin. Daar kan ik mij als bierliefhebber best iets bij voorstellen. Maar bij een smaak naar karton of een geur van hout moet ik passen.
Van 6 naar 5
Momenteel zijn er nog 10 erkende trappistenbieren, die bijna allemaal verschillende varianten brouwen. Jammer genoeg hebben Spencer in de Verenigde Staten en het Spaanse Cardena de roerstok aan de wilgen gehangen. Maar ook in België boeren we achteruit, de abdij van Achel produceert geen trappist meer. De bieren op zich worden nog wel gebrouwen volgens de originele recepten maar niet langer binnen de kloostermuren, één van de voorwaarden om het trappistenlabel te mogen voeren. Hierdoor blijven enkel nog Westmalle, Westvleteren, Orval, Chimay en Rochefort over.
Een Hollands feestje
Na de tripel van Achel staken we de grens met Nederland over. Met La Trappe en Zundert hebben ze daar twee brouwerijen. In Zundert hebben ze zowaar een feestbier op de markt gebracht. Met een duizelingwekkend alcoholpercentage van maar liefst 4 procent. Het etiket vermeldt trouwens ‘Refterbier’, het was duidelijk bedoeld voor de eigen paters maar vond toch de weg naar de markt. Nu moeten we niet te hard met de Hollanders lachen want zowel in Westvleteren als in Westmalle hebben ze zo’n binnenhuisbier met weinig alcohol.
Stijgende lijn
Vanaf nu gaat het serieus in stijgende lijn. Eerst met de eerdergenoemde Westvleterse Blond. Een feestbier met 5.8% dat is blijven hangen na hun jubileum in 1999. Daarna hét topbier van de avond voor wat mij betreft: de groene Chimay 10. Ook al een jubileumbier naar aanleiding van het 150-jarige bestaan van de abdij. Volgens de kenners een combinatie van munt, eucalyptus en bergamot. Voor leken zoals ikzelf het neusje van de zalm.
Donker
Weg met de blondjes, vanaf nu alleen nog bruin met tussendoor een iets blekere Orval. La Trappe Dubbel, Westmalle Dubbel, Chimay Rouge, Rochefort 10 en tenslotte de Westvleteren 12 passeren de revue. Allemaal begeleid met een lekker passend hapje. Alle trappistbieren én de Bernardus 12 zijn recepten die na de eerste wereldoorlog aangepast zijn. Enkel de abdij van Westvleteren kon gedurende WO1 de originele giststam vrijwaren.
Ten minste houdbaar tot…
Het staat verplicht op ieder flesje maar klopt het ook? Harry Van Royen relativeert één en ander. ‘Het is opletten met het feestbiertje van Zundert en de blonde Westvleteren drink je ook best binnen de zes maand. Maar de donkere trappisten zijn in principe eindeloos houdbaar al zal de smaak na 10 tot 12 jaar ‘mouterig’ worden. Drinken is dan niet meer aangewezen maar nog steeds meer dan goed genoeg in een goede portie Vlaams stoofvlees.’
Vacatures
Wie trappisten zegt, zegt monniken en daar wringt het schoentje. De abdij van Westvleteren heeft recent voor het eerst in de geschiedenis een leek aangeworven als CEO voor de brouwerij. Weliswaar op voorwaarde dat hij trouw zal blijven aan de waarden en principes van de brouwerij en de capaciteit niet zal verhogen. Er zijn dus vacatures voor wie monnik wil worden bij de trappisten. Slechts twee voorwaarden: van het mannelijk geslacht en vrijgezel of weduwnaar.
Dank
Tenslotte een dankwoord aan het Genootschap van Boudelo en Harry Van Royen voor de uitermate boeiende avond. In onze volgende editie van de Gazet van Stekene brengen we een portret van het Genootschap.
Ook dank aan Ingrid die enkel de bieren mocht ruiken, want zonder Bob waren we misschien niet veilig thuisgeraakt.