DECENNIALANG was ‘Frituur Robert’ uitgebaat door Robert Verlent en zijn vrouw Elga Booten (79, een vertrouwd gezicht op de kermissen in het Waasland. Sinds vorig jaar woont Elga in een gloednieuw appartement in Het Kloosterhof in het centrum van Stekene. Een enorme overgang voor iemand die haar leven lang in een foorwagen verbleef. En eenmaal een foormens altijd een foormens…
Voor het interview met de Gazet is ook kleindochter Magaly Smets (34) aangeschoven. Om niet te verdwalen in het familiedoolhof heeft Magaly een stamboom getekend. ‘We starten bij Louis Verlent – beter bekend als ‘De klak’ – en ons mémé, zij baatten een frituur uit. Mijn grootvader Robert Verlent en mijn grootmoeder Elga Booten namen het frituur over. Tegelijkertijd baatten ook broer Astrid Verlent en Roger De Bock – maar iedereen noemde hem Bockie – een frituur uit. Bovendien had de andere broer Alex een lunapark, wat later in handen kwam van mijn vader Jan Smets en mijn moeder Pascaline Verlent. Ik heb het lunapark van mijn ouders overgenomen en ook mijn echtgenoot staat op kermissen met een lunapark. Mijn broer heeft eveneens een lunapark. Tenslotte zijn er ook nog de twee dochters van Alex Verlent – Maggy en Peggy – die een ‘breakdance’ en een ‘buggybaan’ hebben uitgebaat.’ Volgt u nog helemaal?
Van Brussel naar Kemzeke
‘Ik ben geboren in Tienen maar daar weet ik niks meer van, we zijn al snel in Brussel gaan wonen,’ vertelt Elga in haar sappig Brussels accent, Nederlands doorspekt met Frans, alsof Raymond Goethals mee een tafel zit. ‘Ik belandde in het Waasland door de relatie tussen mijn vader en de zuster van Emilienne, de bazin van café/restaurant/hotel De Kroon in Kemzeke. In 1959 ben ik daar beginnen werken, kuisen, opdienen, helpen bij feesten.’
In 1964 stapte Elga mee in de frituur van haar man Robert. ‘Wij hadden jarenlang een ‘vast’ frietkraam in Kemzeke tijdens de wintermaanden, wij waren open in het weekend. Voorts stonden we met ons frietkraam op kermissen in het ganse Waasland maar net zo goed ook in Zottegem of op de Lokerse Feesten. In de beginjaren schilden we de aardappels nog zelf, nadien deden we het machinaal, nog later werden ze aan huis geleverd. Naast onze frieten stonden we bekend om onze smoutebollen en beignets. In 1990 hebben zijn we ermee gestopt en verkochten ons frietkraam.’
Verandering
‘De sfeer op de kermis is helemaal veranderd,’ gaat Elga verder. ‘Op grotere kermissen tref je nog wel collega foorkramers met hun caravans en foorwagens, en vormden we een familie. Op kleinere kermissen is die sfeer helemaal verdwenen, in steeds meer gemeenten schiet er van de kermis niet veel meer over. Bovendien is de ruimte om foorwagens te plaatsen verkleind vanwege bloembakken en bomen allerhande. Voor kinderen op een dorp was een kermis een evenement waar ze lang naar uitkeken. Iedere dag werd er een stukje opgebouwd en zag je de kermis groeien, nu moet alles snel gaan en worden de kramen in elkaar geschoven, de magie is een beetje verdwenen. Bovendien wonen heel wat foorkramers niet meer in hun woonwagen maar in een ‘gewoon’ huis. ’s Morgens komen ze naar de kermis en ’s avonds rijden ze naar huis.’
‘Zoals gezegd: ik ben nog maar een jaar geleden verhuisd naar Stekene. Ik hebben altijd in onze foorwagen gewoond op een stuk grond in De Klinge, ook na het overlijden van mijn man Robert. Ik heb de foorwagen nog steeds en regelmatig trek ik naar er naar toe. Ik ken daar iedereen, het is er zo makkelijk om een babbeltje te slaan met de buren. In een appartement is er toch minder contact met elkaar. Het doet me wel plezier als mensen mij hier in Stekene nog herkennen als Elga van ‘Frituur Robert’. Op zo’n moment komen de mooie herinneringen aan de kermis terug boven.’
Quote:
‘Voor kinderen op een dorp was een kermis een evenement waar ze lang naar uitkeken. Iedere dag werd er een stukje opgebouwd en zag je de kermis groeien. Die magie is een beetje verdwenen.’
Elga Booten