IN 2013 telde Stekene 20 cafés, in 2023 schieten er nog 12 over. Geen goede zaak voor het buurt- en sociale leven. Dat weet ook Marc Van Camp, trouwe bezoeker en vast meubilair in Het Anker. Je kan er de klok op gelijk zetten: een viertal keer per week schuift Marc rond 9 uur als eerste gast het café binnen en geniet van zijn formidabel uitzicht over de markt en de H. Kruiskerk, het is de beste plek van Stekene. ‘Miranda, mag ik een borreltje en een cola?’
Zijn Amerikaans accent verraadt dat Marc een ‘man van de wereld’ is. ‘Ik woonde jarenlang in Amerika, ik had mijn eigen bouwbedrijf in Chicago met 14 medewerkers. Ik maakte er goede tijden mee, altijd meer dan genoeg opdrachten, voornamelijk residenties voor particulieren, zowel nieuwbouw als renovatie. De winters waren er bar koud. In 1979 hield een sneeuwstorm lelijk huis, er lang drie meter sneeuw voor onze deur. De mentaliteit in Amerika is heel anders dan hier, ik miste de oude gebouwen en de geschiedenis die je in België wel nog hebt.’
Na zijn scheiding, zeventien jaar geleden, keerde Marc terug naar het Waasland. ‘Ik huur een prachtig appartement drie hoog met een ruim terras in het centrum van Stekene, in de verte zie ik de kerktoren van Kemzeke, ik voel me hier helemaal op mijn gemak, ik doe wat ik wil, ik kom niets tekort. Vroeger schilderde ik op canvas, landelijke taferelen of dorpsgezichten, maar daar kom ik niet meer aan toe, de goesting is weg. Ik geniet van het leven, ben een zelfstandig iemand, ben graag op mijn eigen maar zonder een café zou ik niet kunnen.’
Jean-Paul, Ivan en de andere vrienden
‘Voor mij is Het Anker een tweede thuis. Je komt er ‘tussen de mensen’, iedereen is vriendelijk, een zwans en een zwier, allemaal heel gezellig. Je bent er nooit alleen, je komt er altijd wel iemand tegen om een babbeltje te slaan. Ik ben een sociaal iemand, vind het makkelijk om met ‘onbekenden’ een gesprek te beginnen. Een café is ook mensen kijken en bekeken worden.’
De tijdelijke sluiting van Het Anker was geen makkelijke periode voor Marc. ‘Ik miste mijn maten, gelukkig was er nog ‘Het Eerste Verdiep’, maar eigenlijk ging ik nauwelijks naar andere cafés. Vroeger reed ik nog wel eens naar Sint-Niklaas maar dat is al weer een tijdje geleden. Tijdens de zomermaanden zit ik meestal op het terras, een sigaretje roken, tijdens de wintermanden verkies ik de warmte in het cosy interieur. Een aantal gasten reken ik tot mijn goede vrienden zoals Jean-Paul, ook een hippie met lang haar, naast Ivan en nog paar dames. Als ik ze nodig heb, dan staan ze voor me klaar, dat is fijn om weten. Miranda, kunnen we nog iets bestellen?’
KADER: staminees, herbergen, afspanningen, cafés, logementen in Stekene
Door de eeuwen heen waren cafés waren er niet alleen om ‘dorstigen te laven’ – een werk van barmhartigheid – maar ook en vooral fungeerden ze als ontmoetingsplaatsen voor arm en rijk, jong en oud. Nergens werd er meer over het dorpsleven verteld, gelogen, bedrogen en gebluft. Mensen kwamen er samen om te praten, te drinken, te ontspannen en hun gedacht te zeggen.
In de jaren ’30 van de vorige eeuw telde Stekene 170 staminees, met Kemzeke en Koewacht erbij waren het er minstens 230. Namen van cafébazen spraken tot de verbeelding: Réé van Betjes, de scheile Smèt, de Zwarte Saman, Miel den Bult, C’riel van de péé’s, de stèrken en de Reus, de Kurre, Leon van d’huures…
Het aantal cafés in Stekene is de afgelopen decennia zienderogen verminderd, gelukkig zijn er nog een aantal over. Laten we ze koesteren, ze maken deel uit van ons cultureel erfgoed.