ALGEMENE zaalquizzen, een fenomeen sinds de jaren ’60, zijn ook bij ons razend populair. Om geld in het laatje te brengen organiseert elke zichzelf respecterende vereniging of club jaarlijks een eigen quiz. In Stekene, Kemzeke of Klein-Sinaai is de kans groot dat Leo de Clerck of Rony Audenaerd zo’n avond leiden. De twee ervaren quizmasters geven hun geheimen prijs…
Wanneer zijn jullie quizmaster geworden?
Leo: ‘Het jaartal weet ik niet meer, maar mijn eerste quiz was er één ten voordele van de Supporters- en Pronostiekclub van Klauwaerts Kemzeke. Voordien was ik al betrokken bij de quizactiviteiten voor de leden van de Kemzeekse Chiro Juventa, heel kleinschalig maar wellicht toch de eerste stappen in de richting van quizmaster.’
Rony: ‘Eind jaren ’90 zette ik mijn eerste stappen als quizzer, als stand-in voor de toen vrij prestigieuze ‘Wase quiz’ in Sint-Niklaas, daar kreeg ik de microbe te pakken. In 2003 vroeg het bestuur van de KVLV in Kemzeke om de quiz van de ‘Sinksenfeesten’ te leiden, sindsdien ben ik dat blijven doen.’
Wat komt er allemaal kijken bij het samenstellen van de vragen?
Rony: ‘Een quiz samenstellen is amusement en grotendeels herfst- en winterwerk. Bij het lezen van kranten, tijdschriften of websites kom ik bijna dagelijks potentiële vragen tegen die ik dan onmiddellijk uitwerk en bewaar in mijn laptop. Naderhand deel ik al die losse vragen op in themareeksen.’
Leo: ‘Ik heb een ruime interesse en lees behoorlijk wat af. Dagelijks twee kranten en ook nog Humo, van de buren ontvang ik oudere tijdschriften. Het is eigenlijk constant ‘ogen en oren ‘ openhouden. En dan heb je uiteraard de websites, een oneindige bron van inspiratie. Deelnemers hebben recht op ‘originele’ vragen, oude vragen recupereren is ‘not done’.’
In hoeverre maken jullie gebruik van ‘moderne’ communicatiemiddelen?
Leo: ‘Mijn eerste quizjes waren gewoon vragen, zonder meer. Als een afbeelding toch noodzakelijk was bij een vraag, dan werden er kopietjes uitgedeeld. Tegenwoordig maak ik gebruik van moderne media: Keynote, PowerPoint, een eigen geluidsinstallatie, beamer, micro’s en voldoende laptops.’
Rony: ‘Bij het presenteren kies meestal voor de ‘easy way’ met rechtstreekse interactie met het publiek.’
Over welke capaciteiten moet een goede quizmaster beschikken?
Rony: ‘Ik ben geen egotripper maar iemand die het gewoon leuk vind om eens voor een zaal mensen te staan. Ik heb de wijsheid niet in pacht en wanneer iemand mij op een fout of een hiaat wijs laat ik dat controleren. Met een kwinkslag kom je altijd weg, zelfs met ‘beroepsspelers’. Ik probeer er altijd voor te zorgen dat het overgrote deel van de ploegen elke reeks 7 op 10 haalt, zodat iedereen met een goed gevoel naar huis kan gaan.’
Leo: ‘Ik lees mijn vragen oneindig veel keer door. Soms stil, meestal luidop. Als je de vragen eigen bent, dan gaat het presenteren ook vlot en dat komt de kwaliteit van de quiz ten goede. En zoals bij veel dingen: de voorbereiding is je beste partner.’
Hoe evolueert het quizcircuit: zijn het vooral 50-plussers of raken ook steeds meer jongeren geïnteresseerd?
Leo: ‘Er verdwijnt af en toe wel eens een quiz maar het aantal deelnemers is toch overal hoog, wat aangeeft dat er wel degelijk een publiek is. Veel ploegen tekenen jaarlijks present, het is een gezellig avondje uit, wat vragen oplossen, een gezellige babbel, wat socializen, een drankje en genieten van iets lekkers.’
Rony: ‘Quizzen spreken veel jongeren aan en dat stemt mij hoopvol. Het is ook eens wat anders dan weer een avondje voor de buis. Nee, quizzen zullen niet snel verdwijnen.’
Gaan jullie nog lang door als quizmaster?
Leo: ‘De Davidsfondsquiz in Kemzeke wordt mijn allerlaatste. Het wordt steeds moeilijker om een originele invalshoek te vinden, de inspiratievijver raakt opgedroogd. Tijd voor nieuwe, frisse inzichten. En dan kom ik zelf graag aan een quiztafeltje zitten om mee te doen.’
Quotes:
‘De Davidsfondsquiz in Kemzeke wordt mijn allerlaatste. Tijd voor nieuwe, frisse inzichten. En dan kom ik zelf graag aan een quiztafeltje zitten om mee te doen.’
Leo de Clerck
‘Ik probeer er altijd voor te zorgen dat het overgrote deel van de ploegen elke reeks 7 op 10 haalt, zodat iedereen met een goed gevoel naar huis kan gaan.’
Rony Audenaerd