IMKERS vind je nog nauwelijks in Stekene maar aan de Heistraat 34 zie ik een bordje hangen ‘Verse honing te koop’. Daar wil ik meer over weten. Imker Firmin De Saegher (69) en zijn vrouw Anita (68) hebben inmiddels 45 jaar ervaring in de productie van honing. Hun verhaal klinkt eenvoudig als wat maar dat is het allerminst…
Bij een kopje koffie en een heerlijk gebakje moet ik er mijn hoofd goed bijhouden om te snappen hoe alles werkt met darren, moeren, bruidsvluchten, stuifmeel, feromonen, broedkamers, carnica bijen, de varroaparasiet en de honingzolder. Vergeef me als ik af en toe de bal mis sla…
‘Ik ben er ingerold via mijn pa Aloïs De Saegher. Nu spreken we over ‘kasten’, onze pa had ‘korven’. Ik werd lid van de bijenclub Sint-Ambrosius in Sinaai. Imker ben je niet zomaar, je moet eerst diverse cursussen volgen, bijenteelt is een soort wetenschap, je bent nooit uitgeleerd. Ik leerde veel over onder andere de keuze van de bijenkast, ik koos voor simplex kasten met 9 ramen.’
Alles draait om de koningin
‘Ik kocht mijn eerste koningin bij een imker in De Klinge. Alles start met een koningin, zij is de belangrijkste bij in een bijenkast, zonder haar zou het volk niet kunnen overleven. De koningin is verantwoordelijk voor het leggen van de eitjes en daarmee de voortplanting van de bijenkolonie. Als de bijenkoningin ongeveer een week oud is, gaat ze op haar ‘bruidsvlucht’. Tijdens deze vlucht paart ze met darren in de lucht. Na de paring keert ze terug naar de bijenkorf en zal ze gedurende haar leven eitjes gaan leggen, tot wel 20.000 eitjes per dag. In een kast zitten wel 30.000 tot 40.000 bijen.’
Stuifmeel
‘Wij proberen zoveel mogelijk bloemen en bomen te zaaien en te planten in de tuin zodat bijen voldoende stuifmeel vinden. We hebben geluk dat ook de onmiddellijke omgeving rijk is aan stuifmeel. Bovendien legden we een vijver aan want bijen pikken ook water op. Op die manier kan er van stuifmeel en het water een ‘papje’ gemaakt worden in de broedbak, als basis voor de voortplanting. Wanneer de broedbak vol is plaatsen we er een honingzolder boven waar de bijen hun honing kunnen stockeren.’
Voedselagentschap
Van iedere kast houdt Firmin exact de evolutie bij. ‘Dit jaar heb ik op 21 mei een eerste keer geslingerd, in totaal 103kg honing voor 9 kasten. De nectar is vooral afkomstig van de wilg, paardenbloem, kastanje en acacia. Vorig jaar hadden we een zacht voorjaar en haalden we een oogst van meer dan 300kg.’
Een groot deel van de honingoogst is voor eigen gebruik. ‘We proeven dagelijks honing, het is goed voor het hart, het uithoudingsvermogen en het bevat veel mineralen. Daarnaast verkopen we ook honing, heel wat vaste klanten komen regelmatig langs. De verkoop is overigens strikt gereglementeerd, we krijgen jaarlijks een bezoek van het Federaal Voedselagentschap. Ze controleren alle kasten en wij zijn verplicht om gedetailleerde antwoorden te geven op hun vragen.’
Alle dagen bezig
Firmin – sporadisch aangevuld door Anita – vertelt met passie en enthousiasme. ‘Ik ben er alle dagen mee bezig. Dat moet ook wel, want je mag niets aan het toeval overlaten. De klimaatverandering, de varroaparasiet en de Aziatische hoornaar vormen een bedreiging. Maar door op tijd in te grijpen en door jarenlange ervaring slagen we erin om ieder telkens weer een mooie honingproductie te krijgen. Stekene telt nog slechts enkele imkers, waaronder ook mijn broer Martin. Recent zijn er enkele jongeren gestart als imker, een hoopvolle ontwikkeling die ik alleen maar kan toejuichen.’
Quote:
‘Imker word je niet zomaar, je moet er eerst diverse cursussen voor volgen, bijenteelt is een soort wetenschap, je bent nooit uitgeleerd.’
Firmin De Saegher