JACOBUS Dieleman staat op zijn paspoort maar iedereen in Stekene kent hem als Ko, de man van de gemeentediensten en de gemeenteraad. Maar wist U ook dat Ko ooit een bekende doelman was?
‘Ja, ik heb nog steeds de Nederlandse nationaliteit’, zegt Ko die 70 jaar geleden net over de grens in Axel geboren werd. ‘Ik heb een aanvraag moeten doen om in België te mogen kiezen voor en zetelen in de gemeenteraad. Nationaal en provinciaal heb ik geen stemrecht.’
Alle kleuren
‘Na mijn voetbalcarrière heb ik eerste even in de privé gewerkt maar nadien 25 jaar aan de gemeente. Ik was daar ploegbaas openbare werken en kwam zo met heel veel mensen in aanraking. Zolang ik daar werkte mocht ik niet zetelen in de gemeenteraad maar in mijn werk heb ik nooit enig onderscheid gemaakt. Groene, gele, blauwe: ik heb alle mensen van alle politieke kleuren altijd proberen helpen.’
Familietraditie
‘Het stond in de sterren geschreven dat ik doelman zou worden. Het is bij ons echt een familietraditie, mijn vader haalde bijna het Nederlands nationaal elftal. Mijn schoonbroer was ook keeper en nu volgt kleinzoon Dean bij de U10 van Avanti in de voetsporen.’
Feyenoord
‘Vrij snel nadat ik begon te voetballen in Axel werd ik opgemerkt door de talentscouts van Feyenoord. Zo kwam ik op mijn 15de bij Sportkring Sint-Niklaas terecht en twee jaar later stond ik al tussen de palen van het eerste elftal. Eigenlijk te vroeg want op die leeftijd heb je geen ervaring. Na zeven jaar versierde ik een transfer naar AA Gent. Dat was de tijd van de bekende voorzitter Albert De Meester. In die zes jaar dat ik daar keeper was promoveerden we van tweede naar eerste klasse.’
Speler van het jaar
‘Dat was veruit de mooiste periode uit mijn loopbaan. Veel supporters van Stekene en Axel kwamen toen naar het ondertussen verdwenen Ottenstadion. Ik speelde daar in de jaren tachtig tussen vedetten als Erwin Vandendaele, Aad Koudijzer en dribbelaar Giba. Eén keer werd ik zelfs uitgeroepen tot speler van het jaar.’
Nederlands elftal
‘Voor die Gentse periode deed ik mijn legerdienst in Nederland en werd ik opgeroepen voor het Nederlands militair elftal. Ik zat daar op de bank als doublure voor Leen Barth, de keeper van Anderlecht. Het was een enorme belevenis om die internationale ervaring op te doen. Iedere dag van Axel naar Zeist, twee uur enkel in de auto, maar dat was het zeker waard.’
Voortijdig einde
‘Gedurende al die jaren ben ik één keer serieus gekwetst geweest, een zware hersenschudding na een botsing met de Poolse-Lokerse spits Lubanski. Toch kwam er vrij onverwacht een einde met mijn periode met het onafscheidelijk nummer veertien. Een onherstelbare rugblessure, een ruggenwervel vastgezet met bouten en plaatjes betekenden het einde. Misschien had er meer ingezeten. Wij verdienden niet slecht in Gent maar dat is totaal niet te vergelijken met de huidige waanzinnige spelerslonen.’
Barcelona
Ko heeft een indrukwekkend archief van krantenberichten en foto’s, allemaal netjes geordend in plakboeken. ‘Ik had nog meer maar dat is uitgeleend en nooit teruggekomen. Nu volg ik het voetbal nog sporadisch. Af en toe een keer met Glenn Pepermans naar Barcelona of Anderlecht, maar ik ben geen supporter van paars-wit’, zegt Ko bijna verontschuldigend. ‘Af en toe word ik nog eens in Gent uitgenodigd maar voor het overige volg ik het vanop afstand. Ik heb werk genoeg als gemeenteraadslid. Het zijn niet enkel de burgemeester en de schepenen. Ik ben ook zeker twee tot drie avonden per week bezig met zetelen in de politieraad, Interwaas en Fluxys. Nu ik met pensioen ben kan dit’, besluit Ko.