ZONDAGMIDDAG naar Hulst. Voor veel Belgen een klassieker, en ze gingen heus niet allemaal enkel om margarine. Maar op de terugweg loerde de douane, eerst de Nederlanders en een paar honderd meter verder de Belgische douane in hun kenmerkende ronde uitzichtpost. Uitgerekend die bedenkelijke locatie is nu omgetoverd in een walhalla voor de chocoladeliefhebbers.
Peter Lambrechts en Fleur Van Walle kochten het gebouw in 1995 en maken graag tijd voor een interview ondanks de kerstdrukte. “Het huidige gebouw dateert van 1958 maar de grenspost op zich is uiteraard een stuk ouder. Zelf hebben we twee oude foto’s gevonden en een jonge klant vond per toeval nog een derde in een blikken doos op de zolder van zijn oma.”
Vadertje staat
“De douaniers hebben het gebouw verlaten in 1985 en na bijna tien jaar leegstand hebben wij het gekocht van de staat na een bieding onder gesloten omslag. Blijkbaar waren er drie kandidaten maar de anderen boden een pak lager, vermoedelijk vanwege de vele werken die er dienden te gebeuren. Die verbouwingen hebben we helemaal zelf gedaan. Het gebouw bestond uit heel veel kleine kamertjes maar ook opvallend veel toiletten. Alleen al waar nu de winkel en de berging is waren en maar liefst negen kantoortjes. Achteraan was er ook een opbergruimte met tralies voor de goederen die in beslag genomen waren. Of alles ook werkelijk naar vadertje staat werd bezorgd is twijfelachtig. Wij hebben daar vooral heel veel lege flessen sterke drank gevonden. Naast de kantoren was er ook het woongedeelte van de ontvanger.”
Fleur
“Ik werkte in 1995 reeds in een pralinezaak maar mijn droom was om zelfstandig een zaak te beginnen”, zegt Fleur. “Ik passeerde hier heel toevallig toen het pand verkocht werd en de combinatie van de locatie en de vorm van het gebouw deden mij geen seconde twijfelen.”
“Het gebouw op zich was niet beschermd maar de iconische ronde gevel zorgde voor een nostalgisch karakter. Wij hebben er dan ook geen seconde aan getwijfeld om die vorm te behouden”, vult Peter aan.
Trendsetters
“Bij Leonidas stonden ze in 1996 aanvankelijk niet te springen voor het idee om een winkel te openen op een doorgangsweg. Zij hanteerden strikte normen voor al hun verkooppunten. Alle bestaande winkels bevonden zich volgens die richtlijn in de stadscentra. Wij waren de pioniers op dat vlak en zouden kort daarna nog voor een nieuwe trendbreuk zorgen. Alle winkels van Leonidas hadden een guillotineraam om aan straatverkoop te doen. Dat was ook voor ons één van de eisen maar welgeteld drie dagen na de opening stond de voedselinspectie aan de deur: een open raam met al die uitlaatgassen kon niet. Meteen hadden we de tweede trend bij Leonidas gezet.” De rest is geschiedenis, vandaag wordt de zaak uitgebaat door Peter en zoon Lancelot. Confiserie Fleur staat er op de labels. “Want dat klinkt veel beter dan confiserie Peter”, lacht Peter.
Marc Van Hoeyland